vierkantvlekuil Xestia xanthographa

Familie

uilen (NOCTUIDAE)

Zeldzaamheid

Zeer algemeen. Komt verspreid over het hele land voor. RL: niet bedreigd.

Rode lijst

niet bedreigd

Meer foto's

Terug naar boven ^

Levenswijze

Vliegtijd en gedrag

Eind juli-begin oktober in één generatie. In de schemering zijn de vlinders vaak boven graslanden te vinden. Ze komen op licht en op smeer; bloemen van onder andere kruiskruid en struikhei worden geregeld bezocht.

Levenscyclus

Rups: september-mei. De soort overwintert als rups en eet tijdens milde winterdagen door. In maart of april is de rups volgroeid; voorafgaand aan de verpopping leeft hij eerst ongeveer twee à drie maanden als prepupa in een cocon in de grond.

Verspreiding

Vliegtijd

Benaming

Engelse naam

Square-spot Rustic

Duitse naam

Braune Spätsommer-Bodeneule

Franse naam

la Trimaculée , la Xanthographe

Synoniemen

Agrotis xanthographa, Amathes xanthographa, Rhyacia xanthographa, Segetia xanthographa

Meer

Toelichting Nederlandse naam

Het donkere gedeelte tussen ringvlek en niervlek is (min of meer) vierkant van vorm.

Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam

Xestia: xestos is opgewreven, glad, naar de glimmende voorvleugels van een aantal soorten in dit genus.
xanthographa: xanthos is geel en graphe is een merkteken, naar de geelachtige vlekken op de voorvleugels.

Auteursnaam en jaartal

(Denis & Schiffermüller, 1775)

Herkenning

Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 14-17 mm. Een erg variabele nazomersoort. De lichte en/of licht omlijnde niervlek, die door de donkere opvulling aan de uiteinden van de lobben soms vierkant of enigszins X-vormig lijkt te zijn, is kenmerkend; bij donkere exemplaren is de niervlek soms onduidelijk. Ook de ringvlek steekt vaak licht af en tussen de ringvlek en de niervlek ligt doorgaans een donker vlak. De voorvleugel is verder zwak getekend. De geschulpte centrale dwarslijnen zijn niet altijd even goed zichtbaar; de buitenste dwarslijn is echter altijd als een rij stippen of streepjes zichtbaar. De kleur van de voorvleugel varieert van lichtbruin via rood- of grijsachtig bruin tot zwartachtig bruin.

Kenmerken rups

Tot 33 mm; lijkt zeer sterk op X. sexstrigata; lichaam bleek okerkleurig bruin met zwartachtig bruine lengtebanden; over de rug drie bleke lengtestrepen en twee rijen zwarte balkjes.

Gelijkende soorten vlinder

De witringuil (Cerastis leucographa) vliegt in het voorjaar. Zie ook de rookkleurige worteluil (Euxoa nigricans), de gewone breedvleugeluil (D. rubi) en de kastanjebruine uil (X. castanea).

Gelijkende soorten rups

Eenstreepgrasuil (Mythimna conigera),gekraagde grasuil (Mythimna ferrago), witstipgrasuil (Mythimna albipuncta), grijze grasuil (Mythimna pudorina), helmgrasuil (Mythimna litoralis), witte-l-uil (Mythimna l-album) en zesstreepuil (Xestia sexstrigata).
Lijkt ook op bruine grasuil (Rhyacia simulans), huismoeder (Noctua pronuba), zwartpuntvolgeling (Noctua orbona) en variabele breedvleugeluil (Diarsia mendica).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).

Verspreiding in Nederland in vier perioden

Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.

Habitat

Open gebieden zoals graslanden, moerasachtige gebieden, heiden, bosranden en bospaden; soms tuinen.

Planten

Diverse kruidachtige planten en grassen, waaronder walstro en pijpenstrootje.

Waardplant

Walstro
Galium

Zuring
Rumex

Nieuws

Tijdschriften

Soorten uit dezelfde familie uilen (NOCTUIDAE)

Alle soorten uit deze familie